Top (10) weekend in Alphen aan den Rijn
In het weekend van 18 en 19 juli werd voor het eerst in baanseizoen 2020 een volledige meerkamp afgewerkt in Alphen aan den Rijn; de SuperSub en Meer. Sebastiaan en Benjamin den Hartog gingen twee keer heen en weer om in hun eerste B-juniorenjaar meteen een goede slag te slaan. Het werd een clash tussen die twee, waarbij ze elkaar geen duimbreed ruimte gaven.
Op de 100 meter versloeg Sebastiaan Benjamin meteen met een enorm gat en zette de toon: 1-0 voor hem. Sebastiaan nieuw in de top 10 aller tijden met 11.77 op de tiende plaats, beter dan Paul Becht, die in 1978 met 11.6 seconden het clubrecord bij de B-jongens had.
Bij het verspringen trekt Benjamin de stand gelijk, 1-1, met een sprong van 5,96 meter. Een afstand waarmee hij met stip de top 5 in deze klasse binnen komt. Sebastiaan met 5,82 op de negende plaats. Allebei springen ze 70 centimeter verder dan hun persoonlijke record. Samen zorgen ze ervoor dat Guido de Bruijn (5,74 in 2013) uit dit lijstje verdwijnt.
Met de 5 kg kogel had Sebastiaan als C-junior als eens 12,85 meter gestoten, nu kwam hij tot 13,28 meter, wat hem een plaatsje hoger op de ranglijst bij de B-junioren bracht, van 5 naar 4, Pieter Westerhof voorbij. Benjamin kwam tot 12,19 meter, 7 centimeter boven het oude clubrecord van Ron Vermeer uit 1981, wat hem de 6e plaats op die ranglijst oplevert en waarmee de 11,46 meter van voormalig nationaal topper Derk-Jan van de Boogert na 18 jaar in de put der vergetelheid afdaalt. Sebastiaan 2 - Benjamin 1.
Benjamin bewijst dan voor de tweede keer deze dag beter te zijn op springonderdelen, hij vliegt over de 1,71 hoge lat, waarmee hij de hoogte van Niels Visser uit 1984 evenaart en op een gedeelde 8e plaats op de ranglijst aller tijden terecht komt. De stand weer gelijk, 2-2.
Op het laatste onderdeel van dag 1, de 400 meter, loopt Sebastiaan naar 54.74 seconden, sneller dan de 55.52 van wederom Guido de Bruijn, die in 2019 toch echt de Nederlandse Studenten Kampioen was op deze afstand. Guido verdwijnt hierdoor van de lijst, Sebastiaan komt binnen op plek 10 en gaat naar huis met een 3-2 voorsprong op zijn broer.
Wat wasbordjes kweken in coronatijd al niet voor toekomstperspectief brengt.
Die toekomst begint al meteen op de 2e dag van deze meerkamp.
Benjamin heeft het best geslapen en knalt er op de 110 meter lange sprint met 91 cm hoge horden een verschrikkelijk snelle 16.04 uit, de stand is weer gelijk getrokken, 3-3. Met deze tijd komt Sebastiaan met stip op plaats 4 op de ranglijst aller tijden. Sebastiaan zit echter maar een tiende van een seconde achter Benjamin en komt meteen achter zijn broer op plaats 5. Samen knikkeren ze met een constante 3-pas tot de finishlijn Lars Zuijdeweg en Arno Knijn van de lijst af, die 2 seconden langzamer hadden gelopen in respectievelijk 2011 en 1984.
Sebastiaan is nu ook wakker geschud en perst al zijn kracht samen op het onderdeel dat al sinds de klassieke Olympische Spelen in de vijfde eeuw voor Christus door de Grieken werd beoefend en ook sinds de eerste Olympische Spelen in 1896 op het programma staat: discuswerpen. Hij raakt de schijf echter niet zo goed als vorige week en komt tot 38,30 meter, voorwaar geen slechte worp, maar niet over de 40 meter. Wel slaat hij hier een gat in punten ten opzichte van Benjamin, die tot 32,78 meter reikt; 4-3.
Dat de tweeling goed op weg is met Polsstokhoogspringen wisten we sinds vorig jaar al. Gecoacht door de vermaarde trainer Arno Tavenier plust Benjamin 10 centimeter bij zijn persoonlijk record en springt over 3,20 meter. Maar tegen een recordverbetering van 90 centimeter door Sebastiaan kan hij niet op; met 3,40 meter jumpt Sebastiaan van de achtste naar de tweede plaats op de ranglijst, net vóór zijn broer, 5-3 in de strijd, maar wat een punten pakt hij er hier ook bij.
Gelukkig zit er bij Benjamin een goede kop op en laat hij het hoofd niet hangen. Strijdvaardig pakt hij voor het eerst in zijn leven een 700 gram zware speer vast en werpt het attribuut op 1 centimeter na 42 meter ver het veld in en brengt de stand terug binnen schootsafstand: 5-4. Met deze 41,99 komt Benjamin op de 7e plaats op de ranglijst. Kay Geerlings moet het bekopen, zijn 38,58 meter op het clubkampioenschap baan in 2014 gegooid wordt hier voor het laatst genoemd. Sebastiaan werpt met 39,20 meter richting de 40 meter en zorgt ervoor dat hij niet teveel punten verliest.
Dan nog die door tienkampers vervloekte lange afstand van 1500 meter. Benjamin aan de start met een mes tussen zijn tanden en Sebastiaan met de wetenschap dat hij zoveel punten meer heeft dan zijn broer dat die minstens 40 seconden van hem weg moet lopen om hem voorbij te streven. Dat laat hij natuurlijk niet gebeuren en hij houdt Benjamin in het zicht. Benjamin finisht in 5.19.28, Sebastiaan 5.24.17, ik geef het je te doen na twee van zulke zware dagen.
Benjamin brengt de stand wel gelijk; elk heeft 5 onderdelen beter gedaan dan zijn broer, alleen was de voorsprong op de onderdelen die Sebastiaan won steeds groter. Daarom heeft hij een beter puntentotaal: Benjamin 5.466 punten, Sebastiaan maar liefst 5.636 - ! Hiermee verbetert Sebastiaan meteen in zijn eerste tienkamp als eerstejaars B-junior het clubrecord dat met 5.529 punten 18 jaar lang op naam stond van de al eerder genoemde Derk-Jan van de Boogert. Door de dadendrang van Benjamin komt hij ook met stip binnen in de top 10 met een derde plek. Lars Boertien en Roel Kooreman zien hun beste tienkamp als B-junior met weemoed van deze lijst afkukelen.
Sebastiaan wint de strijd van de dag in de wedstrijd van Krijn van Hofwegen van AV Pallas ’67 met slechts 11 puntjes verschil en ook Björn Hulsebos van VAV staat nog op het podium, Benjamin wordt vierde. Zoals het meerkampers betaamt, gaan ze na afloop blij en vermoeid met z’n allen op de foto en bewaren ze hierbij keurig de 1,5 meter afstand, na de foto.