Baanseizoen gaat losbarsten
Een echte atleet is een baan-atleet...
Dat is natuurlijk niet helemaal waar maar er zit een flinke kern van waarheid in. De klassieke opleiding is in ieder geval die, waar de basis op de baan ligt. Welke afstanden het dan gaan worden is een tweede. Over het algemeen is het zo dat hoe jonger je bent, des te gevarieerder je het palet aan baanafstanden moet gaan ervaren. Op latere leeftijd (de coach herkent dat overigens al in een heel vroeg stadium) kan dan een specialisatie-afstand worden gekozen.
Rond die kern-afstand wordt dan aan 'overdistance' gedaan en kan vanaf de onderkant gewerkt worden aan een hoger tempo of snelheid, door kortere afstanden te lopen. Het begin van een baanseizoen leent zich dan ook uitstekend om wat incourante nummers in je programma op te nemen en niet direct te focussen op 'jouw' afstand. Wel kan het zo zijn dat wanneer er grote toernooien in het verschiet liggen, je al vroeg moet voldoen aan een limiet. Een periodisering kan dan naar voren geschoven worden.
Progressie maken en atleet worden?
Door de jaren heen zal het de bedoeling zijn om een opwaartse lijn te zien in de prestaties. Jonge atleten maken doorgaans makkelijker deze progressie dan een oudere atleet. Het talent helpt je hierbij tot aan de jaren dat er discipline, meer- en hardere trainingen en een bepaalde levensstijl aan te pas komt. Globaal valt 95% van de Top-D junioren af op of voor de 16-18 jarige leeftijd. Genieten van atletiek door 2-3x per week je vriendjes te ontmoeten en een training te doen moet worden vervangen door een enorme drive om, overigens met evenveel plezier, datgene te bereiken waar die 5% een gooi naar doet.
Het is dan 7x, 8x, 14x per week aan de bak, trainingsstages, het wordt een heel andere wereld dan toen je nog C 'tje of B 'tje was. Een heel mooi verhaal hierover liet Susan Kuijken optekenen op Losse Veter.