Schoen en techniek voor de cross

Hoe houd je je staande in de modder tijdens een cross? Want het publiek vindt het dan wel vermakelijk dat je als loper wegglijdt en pontificaal een ongewild modderbad neemt maar zelf wil je liever gewoon op de been blijven tijdens de cross. Het draait allemaal om de juiste schoenen en de juiste techniek.

Schoen voor de cross
Eerst de schoenen. Als het dagen niet geregend heeft dan kan een cross vaak gelopen worden op gewone hardloopschoenen. Een beetje modder is nog te behappen met trailschoenen. Trailschoenen hebben meestal een profiel om grip te behouden. Maar crossen worden over kortere afstanden gelopen dan trails en dus ook wordt er veel harder gelopen. Waar trails geregeld boven de twintig kilometer zijn komen de meeste crossen niet boven de tien kilometer.

In Nederland is het in de winter vaker natter dan de niet-crossers lief is. Je hebt dan speciale crossschoenen nodig. Schoenen met ijzeren puntjes aan de onderkant, de zogenaamde spikes. Baanatleten lopen op de baan met spikes. De maximale toegestane lengte op de baan voor de spikepuntjes is zes millimeter. Dat is voor de cross veel te weinig. Als het modderig is kunnen punten van vijftien tot achttien millimeter wel eens nuttig zijn. Eigenlijk is twaalf millimeter wel het minste wat je onder je schoenen draait.

Draai die spike erin
Spikes zijn te kust en keur te koop dus let goed op. De meeste merken hebben speciale crossspikes in hun assortiment. Het verschil met veel baanspikes is de hoogte van de hak. Omdat op de cross vaak net iets verder wordt gelopen dan op de baan is de crossspike wat comfortabeler. Er zit een hakje onder wat bij veel baanspikes ontbreekt, de hielkap is steviger en de zool iets dikker. Schaf bij de spikes direct de langere punten aan want vaak koop je de spikes met zes of negen millimeter puntjes. En vet het schroefdraad in met wat vaseline anders krijg je ze er niet meer zo makkelijk uit.

Techniek draait om de voorvoet
Maar met goede schoenen en de juiste punten ben je er nog niet. De techniek van het lopen is ook belangrijk. Veel lopers zijn geneigd om eerst hun hak te plaatsen bij de landing en daarna pas de rest van de voet. En de spikepunten zitten alleen maar aan de voorkant onder de voet. Als je in een glibberige bocht eerst je hak neerzet dan is de kans groot dat je onderuit glijdt.

Je neemt de bocht dus goed met de voorvoet. Dan heb je grip met je punten in de modder en kan je je weer afzetten. Ook heuveltjes in het parcours loop je op die manier, grip zoekend met je punten.

Diep die modder in
Natuurlijk is het leuk voor je tegenstander en prachtig voor de omstanders als je glibberend en vallend de bocht door komt, maar gun ze die lol niet. Gewoon hard de bocht door op je voorvoet, met de vijftien millimeter punten diep de modder in.

En cross je op een bospad met veel eikeltjes en dennenappels, wees niet verbaasd als er af en toe eentje aan de puntjes geprikt wordt!

 

Mark de Boer
http://prorun.nl

Nieuws Overzicht