(G)oud Gastel

Bert Flier

Voor ik met u afreis naar Oud Gastel, eerst enige bijzonderheden over hoe ik de afgelopen drie wedstrijdloze weken ben doorgekomen. Ik heb, kort samengevat, hard getraind, zo hard dat ik mezelf afgelopen woensdag aantrof bij Cynthia van Noordenne, een goeie vriendin en fysiotherapeute. Ik kan altijd bij haar terecht, maar bel meestal pas als ik al redelijk ver heen ben. Zij kent mij al flink wat jaren en heeft me vanuit vele situaties opgekalefaterd (onder andere na Ironmans; ze heeft me ook begeleid in de revalidatie na m´n zware val in 2001 in Zuid Afrika) en is wel wat gewend qua spierschade.

Ik had wel door dat het niet helemaal pluis was met m´n gestel, maar toen ze me na enige verkennende handelingen meedeelde dat ze mijn onderdanen zelden in zo´n staat van verval had aangetroffen, schrok ik toch wel even. Niet zozeer met het oog op Oud Gastel, maar meer over het feit dat ik weer eens over de grens gegaan ben. Na flink wat kneedwerkzaamheden en twee dagen met rustige trainingen voelde ik me zaterdagochtend bij het ontwaken nog niet echt fris, maar wel in staat om een kwartje te doen. In een zodaanigen staat reisde ik af naar het Brabantse Oud Gastel.

Na een ronde ‘inrijden’ met de heer Korpershoek (hij onderhield daarbij een tempo wat menig triatleet in de wedstrijd het zuur in de benen doet lopen) wist ik dat ik in ieder geval redelijk zou kunnen fietsen. M´n plan was om met het zwemmen in een goed groepje de onvermijdelijke achterstand op met name Ronnie Babijn te minimaliseren, vol te fietsen om naar voren te komen en dan maar kijken wat er in het vat zou zitten met het lopen. Naast Babijn was er concurrentie in de vorm van David Castro Iglesias, een lid van de Spaanse triathlonselectie en afgelopen weekeinde tweede in de halve van Brasschaat. Het beloofde dus een harde, snelle wedstrijd te worden.

Na deze lange aanloop volgt dan eindelijk, lieve kijkbuiskinderen, het verslag van de wedstrijd. Met het zwemmen was ik goed weg en kwam terecht in een groep met onder andere Carlo van den Bergh, Anton Mol en Remy Vasseur. Met name op de terugweg viel het tempo wat tegen, waardoor ik op een achterstand van 1min. 50 van Babijn aan het fietsen begon. (‘Waarom neem je dan zelf niet het heft in handen met het zwemmen?’, hoor ik een intelligente lezer denken. Mijn antwoord: omdat ik daar moe van word en die energie liever in een snelle wissel steek). Na die inderdaad snelle wissel heb ik meteen de gaskraan vol open gedraaid op de fiets.

Tot mijn genoegen merkte schrijver dezes dat hij de tijdswagen met de leiders steeds scherper in het vizier kreeg. Tenminste, tot zo’n 14 km koers. Daar sloeg, tot mijn stomme verbazing, de tijdswagen, en mijn drie wegbereiders (ik was inmiddels van de 9e naar de 4e plaats opgerukt) rechtsaf, op een punt waar de kwart rechtdoor en de 1¤8 rechtsaf moest slaan. Ik werd door een onzeker ogende vrijwilliger ook in de foute richting gedirigeerd. Vroeger zou ik daar met open ogen zijn ingetuind, maar na 15 jaar wedstrijden vol missers en een scala aan foutief afgelegde parcoursen (ik heb een neiging tot het maken van omwegen, met name veroorzaakt door onoplettendheid in combinatie met ongebreideld fanatisme), besloot ik nu eens wijs te zijn en gewoon rechtdoor te rijden. Na zes eerdere deelnames en m´n inrijronde was ik er van overtuigd dat dat de juiste beslissing was en ben vol doorgereden. Op dat moment was de wedstrijd eigenlijk al beslist. De eerste achtervolgers zaten daar al op 500 meter achterstand, m´n benen gingen steeds beter aanvoelen en over het lopen maakte ik me niet al te druk meer, want dat zou niet op het scherpst van de snede hoeven.

Ik wisselde uiteindelijk met twee minuten voorsprong op Anton Mol en Carlo van den Bergh, waarbij ik speaker Wim van den Broek nog even kon corrigeren omdat-ie mij via de ether met drie overwinningen bedeelde in plaats van vier. Ook daarin moet je scherp blijven;) Met het lopen heb ik het ontspannen aan kunnen doen en lekker genoten van het Brabantse landschap. Uiteindelijk finishte Anton Mol als tweede, en Remy Vasseur op de derde plaats.

Voor de volledigheid de top drie mannen aan de finish:

Bert Flier 1:56.42
Anton Mol 1:59.22
Remy Vasseur 1:59.31

Deze wedstrijd had uiteraard anders verlopen als het foutrij-incident zich niet had voorgedaan. Over het effect daarvan kan ik alleen maar speculeren. Wat ik wel weet, is dat dit een van m’n beste tijden ooit was op dit parcours. Ik was alleen in 1998 iets sneller, toen ik hier ook won. Toen was het een wedstrijd op het scherpst van de snede met veel competitie, dit jaar heb ik solo gefietst en gelopen en het grootste gedeelte zonder veel druk van concurrentie. Met die eindtijd ben ik erg blij, zeker in het licht van hoe ik me afgelopen week voelde.

Oud Gastel betekende tevens de vijfde overwinning op rij. De ongeslagen status – voor wat die waard is, ik houd me daar eerlijk gezegd niet zo mee bezig – zal ik nog wel even behouden, omdat ik pas op 13 augustus van plan ben weer in competitie te komen, in de kwart van Veenendaal. In de tussenliggende periode ga ik rode bloedlichaampjes kweken in Font Romeu, in de Franse Pyreneeën. Ik zal u regelmatig via deze site op de hoogte houden van mijn belevenissen daar!

Bert Flier

Nieuws Overzicht